In het vorige artikel schreven we een stukje theorie over het plot van een verhaal. In dit artikel geven we concrete plotschema’s:

* voorbereiding,
* volgorde,
* plotten (plotpoints, midpoint en pinches),
* een voorbeeld van concreet plotten in 12 stappen.

Het plotten: voorbereiding

Wanneer je weet wát je vertellen wilt en waaróm, kun je beginnen met plannen oftewel: plotten. Noteer voor jezelf de volgende bepalingen:

1. het doel van het verhaal (waar moet het naartoe, hoe moet het eindigen);
2. het streven van het hoofdpersonage (wat wil hij/zij?);
3. welke eventuele bijpersonages je nodig hebt en hun reacties (deze kunnen tegenstrevend zijn of behulpzaam, nooit neutraal!), en eventueel welke objecten;
4. via welke stappen je het doel wilt bereiken (welke kleinere gebeurtenissen wil je vertellen rond de kerngebeurtenis die het feitelijke verhaal is);
5. en tot slot: waar, wanneer en onder welke omstandigheden de gebeurtenissen plaatsvinden.

Het plotten: volgorde

Nu je alle ins en outs van je verhaal kent, kun je de structuur vaststellen. Een goede volgorde is:

1. introductie van personage(s), plaats, tijd; dit heet expositie;

2. een kleine gebeurtenis die in de gegevens van 1. een verandering teweegbrengt; dit heet point of attack, het hoofdpersonage – Jos – wil iets of ondergaat iets;
3. naar aanleiding van de gebeurtenis in 2. onderneemt Jos een actie;

4. deze actie heeft een gebeurtenis tot gevolg bij ofwel Jos zelf, een ander personage of iets in de omgeving van Jos;

5. door deze gebeurtenis komt een niet te stuiten beweging op gang, waardoor Jos mee moet in de actuele gebeurtenis of situatie; dit heet point of no return; het verhaal is echt begonnen;

6. actie op reactie volgt; dit zijn de wendingen of de intriges die het verhaal vormen;

7. ten gevolge van punt 2. nadert Jos zijn dramatisch doel, d.w.z.: hij bereikt wat hij in 2. wilde – of juist niet; dit is de climax van het verhaal;

8. na de climax volgt het slot: Jos heeft inzicht gekregen in zijn streven (punt 2.); dit heet epifanie of apotheose.

Het plotten: plotpoints, midpoint en pinches

Plotpoints zijn markeringen in het verhaal waarop veranderingen plaatsvinden. De lezer maakt deze op onbewust niveau mee, maar als schrijver stop je ze er doelbewust in om op strategische wijze de spanning in het verhaal op te voeren.

Doorgaans onderscheidt men in verhalen zowel als in films twee plotpoints:

1. direct na de expositie; plotpoint 1 is dan de gebeurtenis die een verandering teweegbrengt, op ongeveer een derde van het verhaal (Jos besluit concreet de boswandeling te maken, ook al zijn de weersvoorspellingen slecht en voelt hij zich niet lekker),

2. na de diverse verwikkelingen, op ongeveer twee derde van het verhaal, voor de climax en het slot c.q. de epifanie of apotheose (Jos bezwijkt bijna onder het losgebarsten noodweer, verkleumt tot op het bot en bereidt zich voor op een onafwendbare dood).

Wil je helemaal secuur de plotpoints inweven, dan voeg je ook nog een midpoint en twee pinches toe. Het midpoint precies in het midden van het verhaal en de pinches – snufjes die de spanning verhogen – vlak voor het midpoint en voor plotpoint 2.

Tot slot: concreet plotten in 12 stappen

In volgorde ziet het plotten van het verhaal van Jos (zie hier bij het onderdeel Oppervlakte- en dieptestructuur) er in 12 stappen zo uit:

1. expositie (Jos is vanwege het aflopen van zijn relatie verdrietig en gaat voor het eerst in zijn eentje op vakantie in een onherbergzaam gebied);

2. point of attack (Jos wil iets: door een boswandeling met zichzelf in het reine komen, hij zint op manieren om zijn geliefde terug te krijgen);

3. plotpoint 1 (de hoteleigenaar vertelt Jos dat er noodweer is voorspeld, Jos gaat toch het bos in);

4. point of no return (Jos vangt in overmoed een afbrekende boomtak op met zijn voet en breekt zijn voet);

5. wendingen (Jos onderneemt diverse acties om zich te verplaatsen, wat mislukt);

6. pinch (er schiet een bliksem door het bos);

7. midpoint (het noodweer breekt in alle hevigheid los: wind, onweer, regen);

8. wendingen (Jos probeert een veilig heenkomen te zoeken, wat niet lukt);

9. pinch (een boom vlakbij wordt geveld door blikseminslag, er ontstaat brand);

10. plotpoint 2 (Jos manoeuvreert zich schuivend op zijn achterste zo ver mogelijk bij de brandende boom vandaan, krijgt associaties met de brandende braamstruik die Abraham zag, is bereid tot het opofferen van zijn liefde áls hij maar overleeft);

11. climax (de boswachter die na het noodweer zijn ronde doet, vindt Jos);

12. epifanie/slot (Jos heeft innerlijk afscheid genomen van zijn geliefde en zijn liefdesverdriet, wordt naar het ziekenhuis vervoerd, merkt dat de verpleegster hem wel aardig vindt, wat voor Jos een nieuw begin betekent).

Het spreekt vanzelf dat je deze 12 stappen inkleurt met psychologie, dia- of monologen, couleur locale, passend idioom, aansprekende beelden en wat dies meer zij om het verhaal van body en spanning te voorzien.

Lees hier het basisartikel over het bouwen van een plot.