In het vorige artikel schreven we hoe je in een schrijfflow kunt komen, zodat je tekst zichzelf schrijft.
Vandaag behandelen we de stream of consciousness, een schrijftechniek die doet vermoeden dat hij in flow geschreven is, maar het is een type tekst waar je echt aandacht aan moet besteden om hem naturel te laten overkomen bij de lezer. Er zijn zelfs enkele ‘wetten’ waaraan een stream of consciousness moet voldoen voordat je hem publiceert.

Wat is een stream of consciousness?

Letterlijk vertaald betekent stream of consciousness: stroom van bewustzijn. Sommigen vertalen de term ook met gedachtestroom. In feite lopen gedachten zelden langs lineaire lijnen. Check eens bij jezelf hoe lang je je gedachten bij één onderwerp kunt houden. Meestal plopt de ene associatie na de andere op, de ene herinnering na de andere, het ene gevoel na het andere.

Een stream of consciousness is dus een mentaal proces dat zich vaak razendsnel in iemands brein afspeelt.

Laat jezelf gaan

Wil je nu in een verhaal zo’n gedachtestroom beschrijven, test dan eerst een eigen gedachtestroom. Noteer enkele minuten elke gedachte, elk gevoel, elke stemming, elke herinnering, elke associatie die in je opkomt.

Het verbazingwekkende is dat je vooraf misschien denkt dat je enkel losse flodders in je bovenkamer afschiet, maar bij nalezing blijkt zich toch een patroon af te tekenen dat je best als basisgedachtestroom voor een personage zou kunnen gebruiken. En die gedachtestroom voor de uitwerking van zijn (innerlijk) confict.

Verdiep je in je personage

Nu je jezelf wellicht meerdere keren in een gedachtestroom hebt laten meevoeren en deze hebt opgeschreven, kun je een van je personages zich erin laten verliezen. Daarvoor moet je hem heel goed kennen. Je moet je immers naar zijn brein verplaatsen – sterker: tot in de diepste diepte ervan!
De stream of consciousness dient naadloos bij alle aspecten van je verhaalfiguur te passen: bij zijn psyche, zijn humeur, zijn conflict, de plaats waar hij zich bevindt, de reden waarom hij zich daar bevindt, zijn gedrag, de eventuele andere personages die bij hem zijn, et cetera.

Noteer eerst alle relevante gegevens alvorens je hem een gedachtestroom geeft en die opschrijft.

Laat gedachten organisch zijn

Ook al kunnen in het echt gedachten van de hak op de tak springen, in een verhaal moet de ene gedachte wel te verbinden zijn met de andere. Er moeten brugjes zijn die passen bij het geheel.
Zie de gedachtestroom als het mozaïek dat je maakt van de scherven van een stukgeslagen fles. Het mag absoluut een abstract mozaïek worden, maar het moet – in overdrachtelijke zin – herkenbaar blijven dat het om glasstukjes gaat binnen een kader. Anders ontaardt de gedachtestroom in wartaal, voor de lezer onmogelijk te volgen.

Interpunctie

Sommigen vinden dat een gedachtestroom sterker tot uitdrukking komt wanneer er geen interpunctie gebruikt wordt. Zo accentueer je het vloeien van de stroom.
Anderen zijn van mening dat je voor de duidelijkheid wel hier en daar markeringen mag aanbrengen. Het hangt van de aard van je verhaal en de denkstijl van je personage af wat het beste past.

Gebruik alleen niet na elke associatie of elk woord of zinsdeel het beletselteken (drie puntjes). Daar wordt de zetspiegel erg onrustig van en je lezer kan daar serieus kriegel van worden.

Corrigeren?

Mag je een stream of consciousness corrigeren voordat je hem opneemt in je verhaal? Natuurlijk. Je tekst is bedoeld voor publicatie. Je mag eraan slijpen, poetsen en schaven zoveel je wilt. Als de gedachtestroom maar blijft lezen als werkelijk een stroom.

Andere benamingen voor stream of consciousness

Wil je je verder verdiepen in de stream of consciousness, google dan ook eens monologue intérieureschaduwmonoloog of sous conversation.

Het kan heel goed werken om in een stream of consciousness zintuiglijke indrukken weer te geven. Hoe je dat doet, lees je in het artikel Zintuiglijk schrijven, wat is het en hoe doe je dat?