Mensen worden niet graag uitgemaakt voor moralisten – en zeker schrijvers niet. Toch heeft een verhaal een boodschap nodig, anders blijft het een verpakking zonder inhoud. Maar hoe voeg je moraliteit toe zonder dat je als zedenprediker wordt bestempeld?

Bepaal je vertrekpunt
Onderzoek welke visie je hebt op een bepaalde zaak. Stel dat je wilt schrijven over homohaat, dan heb je daar ongetwijfeld je redenen voor. Welke redenen zijn dat? Beschrijf ze zorgvuldig. Ga daarbij uit van je gevoel, je ervaringen, je observaties, en eventueel van verhalen van anderen die je geïnspireerd hebben. Wees in dit stadium nog niet kritisch op (de inhoud van) je tekst.

Bepaal je informatie
Nadat je bovenstaande op papier hebt gezet, ga je je informeren over de zaak. Hoe staan jouw bevindingen in verhouding tot die van anderen, bijvoorbeeld van ervaringsdeskundigen, statistieken, wetenschappelijke conclusies? Bevestigen deze resultaten jouw ideeën of spreken ze deze juist tegen? Dit is belangrijk, omdat je met een geloofwaardig verhaal wilt komen. Nattevingerwerk kan soms een zaak eerder schaden dan vooruithelpen. Informatie is dus de basis van je verhaal.

Bepaal je positie
Wie ben jij als schrijver van een verhaal over – in dit geval – homohaat? Schrijf je vanuit eigen belevenissen, een persoonlijke drive? Of schrijf je omdat de ervaringen van iemand anders je geraakt hebben? Wie was dat dan? In welke betrekking sta je tot deze persoon? Wil je misschien een (minderheids)groep een stem geven? Welke groep is dit en waarom wil jij deze groep representeren?

Hoe dan ook, profileer je. Laat weten wie je bent en waarom een bepaalde zaak je na aan het hart ligt. De lezer heeft er recht op te weten van wie hij een boodschap, een ethisch kompas ontvangt. Dit kun je laten weten op het achterplat van het boek of in een voorwoord.

Voor het overige ben je uiterst bescheiden. Je mengt je niet in het verhaal zelf! Je laat personages, setting, gebeurtenissen, dialogen et cetera geheel voor zich spreken.

Bepaal je doelgroep
Weet wie je wilt bereiken met je boodschap. Je zult nooit helemaal de reacties van je lezers kunnen inschatten, maar vergaar zoveel mogelijk gegevens. Ze kunnen een richtlijn geven. Research dus niet alleen op concrete informatie, maar ook op mensen die behoefte hebben aan je boodschap – of die integendeel een geheel andere visie hebben. Het kan zijn dat je hun denken verrijkt met jouw literaire bijdrage.

Schrijf nooit zomaar in het wilde weg. Als je geen kanalen kunt aanboren waarlangs je verhaal zijn publiek vindt, loop je het risico dat het ergens in het luchtledige verdwijnt.

Bepaal je doel
Onderzoek ook wat je wilt bereiken met je boodschap. In het voorbeeld van homohaat kan het zijn dat je empathie wilt genereren bij bepaalde groepen, visies wilt beïnvloeden of een geheel nieuw (personeels- of regerings)beleid in het leven wilt roepen. Dit geldt uiteraard ook voor allerlei andere boodschappen die je in andere verhalen wilt verwerken.

Bepaal je motief
Als je een boodschap wilt uitdragen kun je deze als motief in je verhaal verweven, zoals een trui een kerstbomenmotief kan hebben. Daarmee is de trui herkenbaar als wintertrui.

Het motief laat je op cruciale plaatsen in het verhaal verschijnen, steeds gekoppeld aan je hoofdpersonage en diens ervaringen, gedachten, gevoelens. Net zoals je in het geval van een trui met gemaasde kerstbomen niet hoeft te vertellen dat het om een wintertrui gaat, zo hoef je evenmin je vertelling specifiek te benoemen als een verhaal over homohaat. De lezer zal dat zelf uit de context begrijpen.

Bepaal je stijl
Het Franse spreekwoord zegt: C’est le ton qui fait la musique – het is de toon die ertoe doet. Kies welbewust een schrijfstijl waarvan je weet of vermoedt dat die de doelgroep zal aanspreken. Dit klinkt als een open deur, maar wees je ervan bewust dat jouw manier van schrijven moet overeenstemmen met de mate van ontvankelijkheid van je lezers. Je kunt daarbij de wijze raad van Plato ter harte nemen: de woorden die in herinnering brengen wat de mensen in wezen al weten, zijn de beste.

Tot slot: schaam je niet
Jij hebt een boodschap voor de mensen. Je wilt deze graag doorgeven. Je doet dat in de vorm van een verhaal, een creatieve tekst. Het is geen preek die je de mensen voorhoudt. Geen les. Geen wet. Ieder mag – en zal – met je verhaal doen wat hij of zij wil, dan wel kan. Misschien krijg je complimenten, misschien beledigingen.

Hoe de reacties ook zijn: als jij voor de volle 100% achter je boodschap stond terwijl je hem schreef, moet je er ook 100% achter staan zodra hij gepubliceerd is.

Schaam je dus niet voor jouw aandeel in de literatuur. Als je dat verstandig en met de juiste dosis empathie verwoordt en publiceert, zal men jou en je verhaal eerder als deskundig en geëngageerd beschouwen dan als moralistisch.

Wil je meer weten over het schrijven van verhalen?
Lees dan hier en hier hoe je een plot opzet en hier hoe je een gegarandeerd goed kortverhaal schrijft.
In de serie Pennenvruchten verschijnen publicaties met compacte en heldere schrijfinspiratie.