Het woord conflict vindt volgens Etymologiebank zijn oorsprong in het Latijn en is samengesteld uit con, dat samen betekent, en flÁ„«gere wat wil zeggen: iets tegen iets anders slaan.

Binnen de verteltheorie bedoelen we dan dat iemand een probleem heeft met iets of iemand en dat uitwerken moet. Dit artikel belicht specifiek het innerlijk conflict.

De essentie van het verhaalconflict: de reden
Het innerlijk conflict van een personage is te vertalen met zijn wil, zijn streven. Het maakt niet uit of hij iets groots wil of iets kleins: de wereld redden of een roos plukken voor zijn beminde. Waar het om gaat, is de reden waarom hij dit wil.

De reden van het conflict: machtsverhoudingen en begeerte
De basis van conflicten ligt in machtsverhoudingen en begeerte. De wereldredder wil zijn rivaal verslaan om zelf de troon te bestijgen (macht uitoefenen), de rozenplukker wil de gunst van zijn beminde verwerven (de liefde met haar bedrijven).

Alle twee de personages zijn ‘kleiner’ dan hun doel. Anders gezegd: tussen hun streven en hun doel bevindt zich een machtsstructuur die voorkomt dat aan hun begeerte kan worden voldaan. Je personage moet die machtsstructuur zien neer te halen. Lukt dat, dan is hij overwinnaar, want zijn begeerte wordt bevredigd. Lukt het niet, dan is hij verliezer, want hij raakt gefrustreerd.

Machtsverhoudingen: het Es, het Ich en het Überich
Good old Freud beschreef in zijn psychologie drie wezenlijke delen in de menselijke persoonlijkheid: het Es, het Ich en het Überich. Deze drie vormen volgens hem de basis van elk conflict. Wat kunnen wij als schrijver daarmee? Eerst een korte uitleg.

Het Es zetelt in het oer van de mens; we vinden het terug in gedrag van een klein kind: het wil iets, en het wil het nú! Dit Es gaat om bevrediging van basisbegeertes (honger, dorst, seks, veiligheid). In je verhaal kun je ze uitbreiden naar hebzucht, afhankelijkheid, angst en alle daaraan verwante gevoelens.

Het Ich is de regulator van het Es. Het weet dat je niet zomaar je zin kan krijgen. Het heeft leren analyseren, afwegen, manipuleren en besluiten. Het is het Ich dat de leiding neemt over het Es en handelt. Het Ich is de motor achter de daad.

In het voorbeeld van de wereldredder zal het Ich een militaire strategie ontwikkelen om zijn doel te bereiken, de rozenplukker zal een verleidingsplan opzetten. Ze zullen, beiden op hun eigen manier, tot daden overgaan in de hoop dat aan hun begeerte voldaan wordt.

Maar er is ook nog het Überich. Dat kan altijd en overal roet in het eten gooien. In het Überich zetelt het geweten. Het enige wat daar concreet over te zeggen valt is dat het is ingeënt door ouders of verzorgers, in ruimere zin: door cultuur en religie.

Het Überich heeft veel te zeggen over het Es en het Ich, over de balans tussen menselijk (oer)gevoel en ratio. Het Überich kan blokkeren of stimuleren, afremmen of vooruithelpen, vernietigen of tot bloei brengen.

Zo kan het zijn dat de wereldredder de wereld wil redden, omdat zijn ouders hem hebben verteld dat de wereld naar de kl#ten gaat. De rozenplukker kan vanbinnen een stemmetje horen dat zijn beminde geen partij voor hem is en de roos laten staan. Tenzij … zijn Es sterker is dan zijn Ich en Überich tezamen (dan prevaleert de seksuele lust over alles).

Het Es, het Ich en het Überich: de sleutel tot verhaalconflict
Elk personage is doordrenkt van Es, Ich en Überich. Daarom levert onbalans tussen deze drie wezensdelen gegarandeerd verhaalstof op en uitstekende mogelijkheden voor een goed plot. De sleutel tot een verhaalconflict is de beantwoording van de vragen: wat wil je personage, waarom wil hij dit en lukt het hem?