Wanneer de vraag Wat is literatuur? nooit afdoend beantwoord is, waar moet je je als schrijver dan naar richten? In dit artikel reiken we je de basis aan voor het schrijven van literatuur.

Een definitie
Van Dale zegt dat literatuur ‘het geheel der schriftelijke overlevering van een volk’ is, en in engere zin ‘de schone letteren’. Ik voeg eraan toe: ervaren wat anderen niet ervaren en dat vertellen op een manier zoals anderen niet doen.

Parallel hieraan is de volgende bewering ook houdbaar: ervaren wat iedereen ervaart en dat vertellen op een manier zoals niemand doet.

Hoe dan ook, altijd gaat literatuur om ervaren en vertellen. Voor schrijvers is natuurlijk belangrijk: hoe weet je dat je ervaring een goede basis is voor je verhaal en hoe kun je vertellen zodat je literatuur schrijft?

First things first: je ervaring (een andere manier van beleven)
Een voorbeeld. Wanneer langs een fietspad een rij bomen staat, zal niemand beweren dat het geen bomen zijn. Het zijn bomen. Maar jij als schrijver interpreteert ze op een manier zoals anderen dat niet doen, bijvoorbeeld dat ze poortwachters zijn van de weilanden naast het pad waar een geheime wereld schuilgaat. Dáár komt de gewone fietser niet. Jij als schrijver brengt hem er naartoe. Je plaatst hem in een situatie buiten de bekende en aanvaarde wegen. Je laat hem de bomen op een andere manier ervaren; je personifieert ze bijvoorbeeld, je laat ze avonturen beleven met andere personages die verwikkeld zijn in ongekende gebeurtenissen in die onbekende wereld.

Zo kan de lezer – die normaliter enkel het paadje gebruikt om van A naar B te fietsen – de avonturen mee beleven en al lezend een nieuwe ervaring opdoen. Hij zal het fietspad voortaan ánders zien. Jij hebt zijn wereld groter, spannender, intenser gemaakt.

Second: schrijf beeldend, zintuiglijk en specifiek
Om bij het bovenstaand voorbeeld te blijven: je kunt niet botweg schrijven dat een fietser  – in de persoon van verteller – het pad verlaat, zodat hij avonturen kan beleven. Je fietser moet daar een reden voor hebben. Om die reden logisch te laten zijn, gebruik je een middel. Dit kan een harde windvlaag zijn, een angstroep of iets verleidelijks als een vrouw in een rode rok en met ontbloot bovenlijf. Dit – wat het ook is – vertel je beeldend,  zintuiglijk en specifiek. Hetzelfde geldt uiteraard voor de gehele vertelling.

Beeldend is: concreet en ondubbelzinnig. Een rukwind, een angstkreet, een vrouw in een rode rok en met ontbloot bovenlijf.

Zintuiglijk is: het wankele gevoel dat je krijgt als je op de fiets een harde windstoot te verduren krijgt, het schrille geluid van de stem van een mens in nood, het erotiserende effect van een halfnaakte vrouw. Zintuigen waarop een appèl wordt gedaan, zetten een mens aan tot actie, zeker een personage in een verhaal.

Specifiek is: nauwkeurig de feiten omschrijven die de lezer voor zich moet zien en ervaren. Je laat de lezer exact meemaken wat jij wilt dat hij ervaart in de situatie die je beschrijft.

Let op: vermijd moeilijke bewoordingen en complexe zinsconstructies. Deze leiden af van het verhaal en halen de lezer uit de beleving die je hem juist aanbiedt.

Het resultaat
Wanneer je de bovenomschreven aspecten samenvoegt in een setting waarin gebeurtenissen plaatsvinden met onverwachte wendingen – en dat hoeft echt niet over-the-top en absurd te zijn; liever niet, zelfs, houd het aanvaardbaar – dan heb je een solide basis voor een literair verhaal. Dan heb je goed werk geleverd. Literatuur is goed werk.

———-

Meepraten over proza en poëzie? Kom naar het Schrijverskoffiehuis!
Elke eerste zondagmiddag van de maand vanaf 14:00 uur.
Entree  € 7,50 – koffie, thee en gebak inbegrepen.
Adres: M.BOOX, 
Kolgans 6, 7827 SL Emmen.