Het taalpeilonderzoek van Taalunieversum wijst uit dat mensen vooral lezen voor hun plezier en ontspanning. Wanneer je als schrijver hieraan tegemoet wilt komen, zou je dus verhalen moeten schrijven die mensen leuk vinden. Maar uit welke elementen bestaat een leuk verhaal en hoe schrijf je er een? In dit artikel acht tips.

Wat is leuk?
Volgens Van Dale is leuk: aardig, vrolijk, grappig. Dit is iets anders dan humoristisch. Humor heeft de uitdrukkelijke bedoeling mensen aan het lachen te maken. In leuke verhalen is dat niet het primaire doel. Als schrijver van een leuk verhaal wil je de lezer plezier en ontspanning geven, een positief gevoel.

1. Niet iedereen vindt hetzelfde leuk
Mannen vinden andere dingen leuk dan vrouwen. Uit een onderzoek van Jardine en Watkins blijkt dat mannen graag over vervreemding en afwezigheid van emoties lezen, en vrouwen over grote gevoelens en de strijd om moeilijkheden te bedwingen. Wil je dus leuke verhalen schrijven, houd dan deze informatie in je achterhoofd om jouw lezersgroep te plezieren.

2. Bedenk een leuk conflict
Elk verhaal kent minstens één conflict. Een conflict is niet per definitie iets zwaars, iets moeilijks. Het kan ook iets aardigs zijn, bijvoorbeeld het verlangen van een arm, Fries schoenmakertje om in Amsterdam rijkdom te vinden. Leuke conflicten roeren geen grote thema’s aan, zoals religie of politiek. ‘Leuk’ is ook niet provocerend.

3. Een leuke locatie is een herkenbare locatie
Leuke verhalen ontwikkelen zich op herkenbare locaties waar lezers zich gemakkelijk een voorstelling van kunnen maken. Een goede locatie heeft de functie van een bescheiden achtergrond waar personages en hun belevenissen goed uit de verf komen, bijvoorbeeld: ‘In Brussel heb ik dit weekend mijn oude vriend Wim weer eens opgezocht.’ Uit: ‘Eerlijk’, Bij nader omzienSimon CarmiggeltBrussel voelt vertrouwd aan, net als oude vriend. Een fijn gevoel.

4. Bedenk leuke personages
Leuke personages beschikken over een zekere mate van eigenzinnigheid die hen laat ageren tegen alles wat alledaags is en vooral tegen het gezag. Zij veroorzaken wel problemen, maar geen oorlog. Voor het gros van de lezers is dit de juiste balans tussen opwindend en bevredigend – dus leuk.

Voorbeelden: van Pippi Langkous (1945) tot Dolfje Weerwolfje (1996-2014), en van Tijl Uilenspiegel tot Carlos Gardeboe. Ook underdogtypes als Charlie Brown en Manuel of juist een assertief personage als Bugs Bunny vinden veel mensen erg leuk.

‘Leuk’ wil ook zeggen: vertrouwd, zoals de oude vriend van Carmiggelt of the girl next door, à la Linda die een grote populariteit geniet.

5. Gebruik leuke woorden
Leuke woorden zijn vriendelijk, eenvoudig en toegankelijk, bijvoorbeeld:

‘René?’

‘Zeg het eens, ouwe reus.’

‘Ik wil graag een boek over je schrijven.’

‘Nou, is toch goed, pikkie?’

‘Ja?’

‘Tuurlijk wel. Boekie, altijd leuk.’

(de eerste zinnen uit Gijp, Michel van Egmond, 2012)

Leuke woorden kunnen ook zelfbedacht of innoverend zijn, zoals De Blijdschapper van Maarten Toonder of De Qualastofont van Herman Brusselmans.

6. Wees duidelijk: dit is leuk!
Wees niet bescheiden, laat je lezer onomwonden weten dat hem iets leuks te wachten staat. Geef je verhaal daarom een titel die daarnaar verwijst, bijvoorbeeld De Olijke Tweeling of Donald Duck, een vrolijk weekblad.

7. Leuk is niet per definitie aliterair
Geloof niet dat literaire schrijvers geen leuke verhalen (kunnen) schrijven; zelfs Gerard Reve schreef ze, bijvoorbeeld: Eendje Kwak kookt zijn eigen potje.

8.  Een leuke clou
Een goed slot aan je verhaal bestaat uit de bovenstaande elementen die gezamenlijk naar een onverwachte climax of uitsmijter leiden. Daarmee heb je gegarandeerd je lezer een plezierig moment bezorgd en dan heb je een leuk verhaal geschreven.