Ter gelegenheid van de Spannende Boekenweken 2018 bracht het CPNB Barst uit, een whodunnit van 96 pagina’s, geschreven door Boris O(ttokar) Dittrich. Wat kunnen schrijvers leren van dit kleine werkje? Veel. We zetten tien aan- en afraders op een rij.

Inhoud/plot
Lilian Levy, zangeres in spe, is tot de laatste rondes van een talentenjacht doorgedrongen. In dezelfde tijd wordt een man vermoord. Rara, wie heeft dit gedaan?

1. Begin van het verhaal
Meteen bij de eerste zin wordt de lezer geconfronteerd met de kern van het verhaal: In het Vondelpark is een lijk gevonden (…) zijn schedel is ingeslagen. Aanrader.
Tip: begin – vooral bij spannende verhalen – zonder omwegen met het conflict. De lezer krijgt zo het juiste zetje om te willen weten wat er gebeurd is, hoe en waarom.

2. Weggeven van het plot
Doordat Dittrich al op pagina 22 onthult dat moeder en dochter iets op hun geweten hebben (Ze heeft de herinnering aan wat ze gedaan hebben, diep weggestopt) geeft hij een hint naar de ontknoping veel te vroeg weg. Afrader.
Tip: verhul de afloop van je verhaal tot aan het eind.

3. Opbouw
Dittrich koos ervoor om zijn verhaal in korte hoofdstukken te vertellen, afwisselend vanuit het perspectief van Lilian en dat van het politieteam. Dit is een goede methode om de lezer te laten blijven doorlezen, omdat de hoofdstukken op spannende momenten worden afgebroken. Aanrader.
Tip: breek gebeurtenissen af op een spannend moment en pak de draad even later weer op. Herhaal dit gedurende het gehele verhaal.

4. Tijd
Dittrich schreef Barst in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Dat geeft het verhaal actualiteit, snelheid en urgentie. Aanrader.
Tip: schrijf een spannend verhaal in de onvoltooid tegenwoordige tijd.

5. Perspectief (a)
Barst kent twee perspectieven: van Lilian en het politieteam. Toch maakt Dittrich een klein slippertje door te schrijven dat Hankabella, een medekandidaat, haar zenuwen bedwingt door diep grommend (…) langzaam uit te ademen. Lilian, die hierbij aanwezig is, kan niet weten of Hankabella inderdaad langzaam uitademt om haar zenuwen te bedwingen. Ze kan dat wel aannemen – maar niet weten; het is haar niet verteld. Afrader.
Tip: houd één perspectief consequent aan en schrijf van daaruit.

6. Perspectief (b)
Op pagina 56 doet de politieagente een pas naar voren, zodat Tjalling zich genoodzaakt voelt, opzij te stappen. Ook hier kan de politieagente – vanuit wier perspectief verteld wordt – niet weten wat Tjalling voelt. Afrader.
Tip: schrijf wat je personage concreet kan waarnemen, in dit geval bijvoorbeeld: Ze doet een pas naar voren, waardoor ze Tjalling dwingt opzij te stappen.

7. Woordkeus (a)
Door het gehele boek heen hanteert Dittrich gemaksformuleringen als Even is het stil. Dan zegt hij … Een pagina later: Even laat hij een stilte vallen, maar dan klinkt zijn stem (pag. 28, 29). Ook heeft hij een voorkeur voor dan in allerlei andere combinaties (Dan springt er een antwoordapparaat aan … Maar dan passeert hij … etc). En het woord Opeens valt ook geregeld. Afrader.
Tip: vermijd clichéconstructies; maak van tijdsaanduidingen korte, concrete situaties. Kost iets meer moeite, maar frist je tekst geweldig op.

8. Woordkeus (b)
Op pagina 46 wil Lilian haar ervaringen in een luik gooien en dan (!) de klep sluiten. Een luik ís een klep: een schot waarmee een opening kan worden gesloten (Van Dale). Afrader.
Tip: formuleer nauwkeurig wat je bedoelt. Als je wilt schrijven dat iemand haar ervaringen in een bepaalde diepte wil deponeren en de klep van die diepte wil sluiten, benoem dan die diepte (een graf, een kist, een kelder, whatever).

9. Woordkeus (c)
Op pagina 76 gaat iemand expres op zoek naar homo’s. Het is ondoenlijk op zoek te gaan zonder dat expres te doen. Afrader.
Tip: wees je steeds bewust van wat je schrijft.

10. Clichés en vooroordelen
In Barst passeren de nodige clichés de revue: de alleenstaande moeder die de huur niet kan betalen (*), het meisje dat vroeger gepest werd en nu vanwege haar talent aanbeden wordt, de Turkse diender die met vooroordelen geconfronteerd wordt (… de meeste Turken (…) zitten in de schoonmaakploeg) en de überzakelijke instelling van een  commerciële omroep. Afrader.
Tip: probeer altijd originele of vernieuwende invalshoeken te bedenken waarmee je het gezichtsveld van je lezers verruimt.

(*) Plaats arme moeders niet rücksichtlos in de criminele hoek; ze zijn slim genoeg om andere oplossingen te vinden voor hun geldgebrek.