Zwartwitenfcineen 2
Schrijf je in zwart-wit of in full colour?

Of je nu een veel gepubliceerd schrijver bent of nog worstelt met je eerste manuscript: iedereen heeft zijn eigen manier van vertellen. Grofweg zijn er twee stijlen te herkennen: schrijven in zwart-wit of in full colour. Hieronder uitleg van de termen en voorbeelden uit de literatuur.

Zwart-wit schrijven

Dit is wat sommigen ook noemen: ‘kaal’ of ‘sober’ schrijven. Je vertelt sec hoe een situatie in elkaar steekt en de lezer vult zelf de details in. Twee voorbeelden uit het verhaal Elektrotherapie door Willem Frederik Hermans.

Het vroor al een week. Maar toch was de lucht meest helder en scheen de zon (…)
Ondanks deze korte omschrijving heb je meteen een beeld: het is winter en zo’n winterlucht kennen we. Daar hoeft niets aan toegevoegd. Eerder kon er iets af, want maar en toch overlappen elkaar en zijn daarom een onnodige verdubbeling.

Zij kwamen de negentiende aan. Die middag liep Ronald in de tuin en stond vaak stil (…)
Hermans gebruikt hier heel eenvoudige werkwoorden: lopen en stilstaan. Als beginnende schrijver zou je misschien liever wat nuanceren en vertellen dat Ronald door de tuin scharrelde en vaak de pas inhield. De betekenis is hetzelfde, het beeld genuanceerder. Toch was Hermans op het moment dat hij deze regels schreef geen beginnende schrijver; hij kwam niets tekort aan idioom en had dus een bedoeling met zijn stijl.

Zo’n bedoeling voelen we wel aan als we naar de onderstaande zinnen uit De avonturen van Kornél Esti van Dezsö Kosztolányi kijken:

Kornél Esti was na zijn studiejaar in Parijs onderweg naar huis. Maar toen hij de derdeklascoupé binnenstapte, in het Hongaarse rijtuig, en de bekende, muffe geur in zijn neus drong, de hele misère van zijn ongelukkige land, had hij meteen het gevoel dat hij thuis was.

Ook Kosztolányi bedient zich van zeer eenvoudige taal. De kracht ervan zit minder in de woorden, en meer in de informatie die onderhuids aanwezig is.

Bij Hermans is dat het gevoel van kille angst voor liefde en afstandelijkheid die uiteindelijk tot Ronalds bizarre zelfdoding leidt. Bij Kosztolányi voel je méér: niet alleen de toestand van het personage, ook die van zijn land. Deze beide vallen samen in de geur van een derdeklascoupé.

Om teksten met zulke diepe inhoud in enkele woorden te kunnen schetsen heb je een groot inzicht in de menselijke psyche nodig en de vaardigheid om daar aannemelijke situaties om heen te bouwen. Anders kom je niet verder dan simpele formuleringen in oppervlakkige verhalen zonder enig extra dan wat er staat. Hier geven we geen voorbeelden van, maar ongetwijfeld herken je zulke teksten als je ze leest.

Full colour schrijven

Wanneer je in full colour schrijft, zet je je tekst aan met versterkende termen, dus inderdaad schrijf je scharrelen in plaats van lopen, wél de pas inhouden en niet: stilstaan; smijten in plaats van leggen en peuzelen, schransen of snoepen in plaats van eten. Voor elk gewoon woord gebruik je een verhevigend synoniem en je voegt ook nog flink wat bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden toe.

Kijk hoe Heinrich Böll dat deed in zijn Biljarten om half tien:

Aan de overkant, op nummer 8 van de Modestussteeg, kon ze achter stoffige ramen de stampende drukkerijmachines zien, die onverwoestbaar stichtelijke dingen drukten op wit papier (…); ze voelde het trillen en waande zich op een varend of vertrekkend schip.

Dergelijke teksten zijn extreem beeldend. De schrijver draait met zijn woorden als het ware een film voor de ogen van zijn lezers af. Op elk detail zoomt hij in. Hij vergeet geen enkele observatie, geen enkel gevoel. Dít is wat hij de lezer wil laten ervaren en hij schuwt niet er lange zinnen voor te gebruiken.

Als je zo wilt schrijven is het van belang dat je alle informatie nauwkeurig doseert en rangschikt, én in een goed ritme aan de lezer opdient, zodat deze rustig kan blijven ademhalen terwijl hij de tekst tot zich neemt en ook niet in de war raakt. Uit hetzelfde verhaal van Böll:

Dan werd het haar ineens te veel en dacht ze erover om op te zeggen; om ergens te gaan werken in een vieze winkel, eentje op een binnenplaats, achteraf, waar elektriciteitskabels, kruiden of uien verkocht werden, waar smoezelige chefs met afgezakte bretels en zorgen om rekeningen tot vertrouwelijkheden geneigd waren, die je dan tenminste nog had kunnen afwijzen; waar je voor het uur vrijaf, dat je met het wachten bij de tandarts zoekmaakte, moest vechten; waar geld opgehaald werd voor de verloving van een collega, geld voor een wandtekst of een boek over liefde; waar de vuile moppen van je collega’s je eraan herinnerden dat je zelf rein gebleven was. Leven.

Je merkt dat de schrijver een zin van 110 woorden afwisselt met die van één enkel woord. Dát is het macro-ritme van de alinea.

Op microniveau (zinsdelenniveau) zie je dat hij stukje bij beetje verder inzoomt op de informatie: van winkel naar mensen naar hoofdpersonage. Zo brengt hij de lezer waar hij hem hebben wil.

De keus is aan jou

Of je liever in zwart-wit schrijft of in full colour hangt vooral af van hoe je denkt. Ben je meer een analyticus dan een beelddenker? Het zal terug te vinden zijn in je verhalen. Heb je behoefte aan iemand die meedenkt om jouw stijl te ontdekken, kijk dan hier.